Nederland zet op korte termijn twee inlichtingenmedewerkers uit, die werken op de ambassade van Rusland aan de Andries Bickerweg in Den Haag. Ze krijgen twee weken om Nederland te verlaten. Het kabinet neemt deze maatregel als reactie op de aanslag met zenuwgas op een dubbelspion begin deze maand in het Engelse Salisbury. "Dit soort aanslagen mag zich niet herhalen, niet in het Verenigd Koninkrijk, nergens in Europa," stelt premier Mark Rutte. "We staan allemaal pal achter de oproep aan Rusland om openheid van zaken te geven over chemische wapens.''
Nederland beschikt niet over eigen informatie die bewijst dat Rusland achter de recente aanslag op de dubbelspion in Groot-Brittannië zit. Maar gezien het gebruikte gifgas en de achtergrond van de slachtoffers ligt het voor de hand dat Moskou om opheldering wordt gevraagd. Dat stelt minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken.
De Britten hebben volgens Blok aangegeven dat het "plausibel'' is dat Rusland betrokken is, al ontbreekt daarvoor nog hard bewijs. "We voeren nu gezamenlijk de politieke druk op om daarmee te bereiken dat Rusland meewerkt aan het onderzoek en uiteindelijk de waarheid boven tafel komt." Volgens premier Rutte is de informatie die de Britten hebben geleverd, wel bekeken door de Nederlandse inlichtingendiensten. In principe neemt Nederland geen besluiten over militaire missies of diplomatieke maatregelen zonder eigen inlichtingen. "Maar dat betekent niet dat we helemaal niets kunnen doen," aldus de minister-president in de Tweede Kamer.
Rusland heeft een reactie aangekondigd op de uitwijzing. "Die zal worden gestuurd door de principes van wederkerigheid," zei een woordvoerder van het Kremlin. Blok laat weten eventuele tegenmaatregelen af te wachten. "Rusland en Nederland hebben natuurlijk op heel veel gebieden relaties, soms ongemakkelijk, soms ook gewoon handelsrelaties. De inzet is om met elkaar in gesprek te blijven, maar ook te benoemen wat fout is.''
(foto en bron: ANP)